binnenterrein
- Geluid: binnenterrein (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbɪŋə(n)tɛˌrɛin / (4 lettergrepen)
- bin·nen·ter·rein
- samenstelling van binnen bw en terrein zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenterrein | binnenterreinen |
verkleinwoord | binnenterreintje | binnenterreintjes |
het binnenterrein o
- gebied dat door een of meer bouwwerken wordt ingesloten
- (sport) gebied dat wordt omsloten door een baan voor snelheidswedstrijden
- ▸ Mijn vader leerde mij de racesport kennen. Ik was acht of negen toen we naar Zandvoort gingen. Pa had een kaartje geregeld voor het binnenterrein.[4]
- Het woord binnenterrein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron Sander Voormolen“‘Een giftige stof in het milieu kan hetzelfde risico vormen als een avondje barbecuen, maar de beleving is heel anders’” (17 september 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Melle Daamen“Sloop tweebosbuurt niet!” (9 januari 2021) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Kim Bos & Floor Rusman“Al die ruimte om zelf te beslissen leidt maar tot verwarring” (13 maart 2020) op nrc.nl
- ↑ Weblink bron Danielle Pinedo & Fabian van der Poll“Max & ik – autosportliefhebbers over Verstappen en de ontknoping in de Formule 1” (10 december 2021) op nrc.nl