bijlvissen
- Geluid: bijlvissen (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- bijl·vis·sen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijlvissen | |
verkleinwoord |
de bijlvissen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord bijlvis
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Pempheridae van kleine tropische zoutwatervissen van de familie Pempheridae . Zij komen voor in het westelijk deel van de Atlantische Oceaan, de Indische Oceaan, de Rode Zee en de Stille Oceaan. De familie kent 2 geslachten en 26 soorten. Sommige soorten worden ook in aquaria gehouden
- Het woord 'bijlvissen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.