• bij·een·roe·pen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijeenroepen
riep bijeen
bijeengeroepen
klasse 7 volledig

bijeenroepen

  1. overgankelijk aanspreken om zich te groeperen
    • De directeur riep de medewerkers bijeen voor een belangrijke mededeling. 
97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be