bijeenroepen
- bij·een·roe·pen
- samenstelling van bijeen bw en roepen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijeenroepen |
riep bijeen |
bijeengeroepen |
klasse 7 | volledig |
bijeenroepen
- overgankelijk aanspreken om zich te groeperen
- De directeur riep de medewerkers bijeen voor een belangrijke mededeling.
1. aanspreken om zich te groeperen
- Het woord bijeenroepen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bijeenroepen" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be