• bij·baan
enkelvoud meervoud
naamwoord bijbaan bijbanen
verkleinwoord bijbaantje bijbaantjes

de bijbaanv / m

  1. werk dat je doet naast je belangrijkste activiteiten
    • Studenten hebben vaak een bijbaantje om de studie te kunnen betalen. 
    • De profossor had veel bestuurlijke bijbaantjes in verschillende maatschappelijke organisaties. 
  1. nevenfunctie
99 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be