Nederlands

 
bierpomp
Uitspraak
Woordafbreking
  • bier·pomp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bierpomp bierpompen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de bierpompv / m

  1. apparaat waaruit men biertapt in een café of kroeg
    • De echte bieroorlogen in het centrum, zoals bijvoorbeeld in 2009 tussen Aspen Valley en het toen nog bestaande Drie Gezusters, zijn verleden tijd. Daarna leken de happy hours te zijn aangebroken. Niets is echter minder waar. De strijd is opnieuw opgelaaid. Steeds meer kroegbazen zetten op ongunstige uren de bierpomp wagenwijd open. [2] 
    • Van der Chijs startte op de Oude Markt in de binnenstad. Kijkend op zijn horloge: Mijn tijd? 39.5 minuten. Ik ben niet ontevreden." Van der Chijs noemt zichzelf recreatieloper. Hij passeert tijdens de 7.8 milometer lange route meerdere studenten en dat doet hem goed. "Dat ga ik ze straks aan de bierpomp nog wel even onder de neus wrijven. [3] 
    • Zwager Van Ark voelt zich inmiddels ook meer aangetrokken tot de pizza-oven dan tot de bierpomp. Neemt niet weg, dat ze hun tijd in het café als zeer positief hebben ervaren. [4] 
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

95 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen