• bier·kel·der
enkelvoud meervoud
naamwoord bierkelder bierkelders
verkleinwoord bierkeldertje bierkeldertjes

de bierkelderm

  1. gelegenheid waar men bier kan drinken
     Vaak maak ik zomaar eens een praatje in een bierkelder, een uitstekende leerschool voor iemand die de belangen van het algemeen te behartigen heeft. Ruwe kerels treft men daar ook, maar zolang ik mij maar niet boven hen verhef of, erger nog, op onnatuurlijke wijze tegenover hen verlaag, met bepaalde grappen en dergelijke, gebeurt er niets en aanvaarden zij mij zoals ik ben.[3]
     In Duitsland is een beeld onthuld van Georg Elser, de man die probeerde Hitler te vermoorden. Elser liet op 8 november 1939 in München een bom ontploffen in een bierkelder waar Hitler zou spreken, maar die toespraak werd vervroegd en Hitler was al weg toen de bom afging.[4]
  2. kelder waarin men bier bewaart