bewakingspersoneel

  • be·wa·kings·per·so·neel
enkelvoud meervoud
naamwoord bewakingspersoneel
verkleinwoord

het bewakingspersoneelo

  1. mensen die in dienst zijn en als taak hebben iets te beschermen en te beveiligen
     Tot nu toe was het de bedoeling dat de militairen volgend jaar zouden vertrekken en dat er alleen 1000 man bewakingspersoneel zou achterblijven.[1]
     De 40-jarige Abdel Haroun liep 50 kilometer door de donkere tunnel van Frankrijk naar Groot-Brittannië. Onderweg moest hij uitwijken voor langsrazende hogesnelheidstreinen en bewakingspersoneel. Bij de uitgang in Folkstone werd hij ingerekend.[2]
  1.   Weblink bron “Obama: Afghanistan niet opnieuw vrijplaats voor terroristen” (Donderdag 15 oktober 2015), NOS
  2.   Weblink bron “Sudanese Kanaaltunnel-wandelaar krijgt asiel” (Maandag 4 januari 2016), NOS