• be·vol·kings·af·na·me
enkelvoud meervoud
naamwoord bevolkingsafname bevolkingsafnames
bevolkingsafnamen
verkleinwoord

de bevolkingsafnamev / m

  1. vermindering van het aantal mensen dat ergens leeft
     Een andere passage die Kamerleden stoort, gaat over werkende vrouwen. "De 'bevrijde' status van vrouwen wordt gevierd als een triomf van de moderne samenleving", schrijft Baudet. "Vrouwen worden aangemoedigd financieel onafhankelijk te zijn, maar door het fulltime werken wordt het ondersteunen van een echtgenoot en stichten van een gezin bemoeilijkt. Werken, een relatie onderhouden en kinderen grootbrengen is bijna onmogelijk te combineren." Hij ziet een een-op-eenrelatie met de bevolkingsafname van Europa.[1]
     De bevolkingsafname is dan ook te verklaren doordat er meer mensen overlijden dan er geboren worden, en doordat er mensen uit de stad vertrekken. Vooral jonge mensen gaan weg, bijvoorbeeld om te gaan studeren, en zij komen niet altijd terug.[2]
  1.   Weblink bron “Partijen in Kamer vallen over 'vrouwonvriendelijk' stuk Baudet” (Maandag 20 mei 2019, 16:53), NOS
  2.   Weblink bron “Sluis, krimpende gemeente” (Vrijdag 10 augustus 2012, 19:32), NOS