beveiligingssector

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vei·li·gings·sec·tor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beveiligingssector beveiligingssectors
beveiligingssectoren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beveiligingssectorm

  1. alle bedrijven die zich bezighouden met bescherming van personen en zaken
     Vakbond FNV deed in april onderzoek onder bijna 20.000 leden over de effecten van inflatie op hun leven. Hieruit bleek dat werkenden in distributiecentra, schoonmaak, Schiphol en de beveiligingssector hard worden geraakt. Net als uitkeringsgerechtigden.[1]
     Raats werkt in de beveiligingssector en wist wel wat hij moest doen. Maar zo'n app zou mensen die dat niet weten, goed kunnen helpen, denkt hij.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Ook middeninkomens vrezen rekeningen niet te kunnen betalen, horen ze bij Nibud” (Dinsdag 10 mei 2022, 14:15), NOS
  2.   Weblink bron “Met 'een agent op zak' op zoek naar dader van diefstal” (Maandag 27 mei 2019, 19:54), NOS