beveiligingsmedewerker
- be·vei·li·gings·me·de·wer·ker
- samenstelling van beveiliging zn en medewerker zn met het invoegsel -s-
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | beveiligingsmedewerker | beveiligingsmedewerkers |
| verkleinwoord |
de beveiligingsmedewerker m
- (beroep) persoon die een mens of een zaak beschermt tegen aanvallen
- ▸ Volgens Franken was het een logische reactie van de beveiligingsmedewerker om de gewapende man mee te nemen naar een andere ruimte, weg van de studio van het NOS Journaal van 20 uur. "Je test dit soort dingen natuurlijk wel in rollenspelen, maar op het moment dat het gebeurt en je ernaar handelt, heb je wel karakter", zei hij.[1]
- ▸ De vrouw werd ontdekt door een collega en een beveiligingsmedewerker van het ziekenhuis. Er werden drie brieven bij haar gevonden.[2]
- Het woord beveiligingsmedewerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑
Weblink bron “'Van NOS-gebouw moet je geen Fort Knox maken'” (Vrijdag 30 januari 2015, 07:22), NOS
- ↑ Weblink bron “Onderzoek naar station Kate-grap” (Donderdag 13 december 2012, 11:32), NOS
