beveiligingsambtenaar

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vei·li·gings·amb·te·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beveiligingsambtenaar beveiligingsambtenaars
beveiligingsambtenaren
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de beveiligingsambtenaarm

  1. ambtenaar die is aangesteld om toe te zien op de veiligheid van iets
     Vanmiddag vielen rond Rotterdam enkele treinen uit door acties van NS-personeel. De werknemers eisten maatregelen na een nieuw geval van agressie tegen een conductrice en een beveiligingsambtenaar afgelopen nacht.[1]
     Vannacht werd een conductrice verbaal bedreigd door een 25-jarige man. Een beveiligingsambtenaar schoot haar te hulp. Toen hij de man probeerde te arresteren, werd die gewelddadig. De beveiliger hield een gekneusde rib over aan het voorval.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Twintig grootste stations krijgen stationsagent” (Woensdag 11 maart 2015, 21:50), NOS
  2.   Weblink bron “Uitval treinen bij Rotterdam door acties personeel” (Woensdag 11 maart 2015, 16:19), NOS