• (IPA in voorbereiding)
  • beu·ken·vouw·mot
enkelvoud meervoud
naamwoord beukenvouwmot beukenvouwmotten
verkleinwoord beukenvouwmotje beukenvouwmotjes

de beukenvouwmotv / m

  1. (vlinders) Phyllonorycter maestingella   een vlinder uit de familie mineermotten (Gracillariidae) van 8 tot 10 mm lang. De wetenschappelijke naam is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1764 door Muller. De rups leeft uitsluitend van het blad van de beuk. De soort komt voor in Europa