• be·ton·vlech·ter
enkelvoud meervoud
naamwoord betonvlechter betonvlechters
verkleinwoord

de betonvlechterm

  1. (bouwkunde) (beroep) persoon die de bewapening van een structuur van beton maakt
     Als de betonprinter zijn intrede doet zijn de betonvlechters verleden tijd. Voor de verstevigingen van het geprinte beton wordt gebruik gemaakt van stalen vezels, vezels van kunststof of van een mix van kunststof en biologisch materiaal zoals hennep.[2]
     Ruiterpad-pinnen van betonvlechter[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Over een paar jaar komen huizen uit de betonprinter” (Woensdag 21 oktober 2015, 17:27), NOS
  3.   Weblink bron “Ruiterpad-pinnen van betonvlechter” (Zondag 25 maart 2012, 17:50), NOS