• be·stem·me·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord bestemmeling bestemmelingen
verkleinwoord

de bestemmelingm

  1. (België) diegene voor wie een brief of pakket bestemd is
    • Hij is de bestemmeling van deze brief. 
30 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be