beslistheid
- Geluid: beslistheid (hulp, bestand)
- be·slist·heid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beslistheid | beslistheden |
verkleinwoord |
de beslistheid v
- duidelijkheid geven over de mening die je hebt
- Met grote beslistheid nam de docent het besluit wie wel of niet door mocht gaan met de opleiding.
1.
- Het woord beslistheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.