beschieting
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beschieting (hulp, bestand)
- IPA: / bəˈsxitɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /bə.ˈsχi.tɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈsxi.tɪŋ/
- (Limburg): /bə.ˈsxi.tɪŋ/
Woordafbreking
- be·schie·ting
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van beschieten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beschieting | beschietingen |
verkleinwoord | beschietinkje | beschietinkjes |
Zelfstandig naamwoord
de beschieting v
- (militair) het onder zwaar vuur leggen van een vijandelijke positie
- Er volgde een langdurige beschieting van de belegerde stad.
Vertalingen
1. het onder zwaar vuur leggen van een vijandelijke positie
Gangbaarheid
- Het woord beschieting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beschieting" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be