Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·schie·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beschieting beschietingen
verkleinwoord beschietinkje beschietinkjes

Zelfstandig naamwoord

de beschietingv

  1. (militair) het onder zwaar vuur leggen van een vijandelijke positie
    • Er volgde een langdurige beschieting van de belegerde stad. 
Vertalingen

Gangbaarheid

97 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be