beroepsvorming
- be·roeps·vor·ming
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beroepsvorming | beroepsvormingen |
verkleinwoord |
de beroepsvorming v
- (onderwijs) het vakinhoudelijke gedeelte van een opleiding
- ▸ ‘Kinderen in een klas, onderwijs dus. De bureaucratie in het onderwijs moet omlaag en de beroepsvorming omhoog. We moeten ophouden kinderen te treiteren door dingen van ze te vragen die ze niet aankunnen, zoals in het vmbo.[1]
- (onderwijs) opleiding speciaal gericht op de uitoefening van een beroep
- ▸ Negentien procent ziet geen verschil, 22 procent vindt dat een beroepsvorming minder kans op werk biedt.[2]
- [2] beroepsopleiding
- [2] algemene vorming
- Het woord beroepsvorming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Mijn Nederland in vijf foto’s” (09-11-2006), Tubantia
- ↑ Weblink bron “Ruime meerderheid Belgen staat positief tegenover beroepsonderwijs” (30/09/2011), De Standaard