beroepsmisdadiger

  • be·roeps·mis·da·di·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord beroepsmisdadiger beroepsmisdadigers
verkleinwoord - -

de beroepsmisdadigerm

  1. (beroep) iemand die als belangrijkste inkomstenbron het plegen van misdaden heeft
    • Volgens schattingen van insiders telt Nederland zo'n 1200 beroepsmisdadigers. Daarvan zitten er momenteel slechts 30 tot 35 achter de tralies [1]