bergjuweelbabbelaar
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- berg·ju·weel·bab·be·laar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van berg zn en juweelbabbelaar zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bergjuweelbabbelaar | bergjuweelbabbelaars |
verkleinwoord | bergjuweelbabbelaartje | bergjuweelbabbelaartjes |
Zelfstandig naamwoord
de bergjuweelbabbelaar m
- (zangvogels) Ptilorrhoa leucosticta een zangvogel uit de familie Cinclosomatidae . Deze soort is endemisch in Nieuw-Guinea en telt 7 ondersoorten
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'bergjuweelbabbelaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.