een huis met een boven- en een benedenwoning vandaar 2 voordeuren.
  • be·ne·den·wo·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord benedenwoning benedenwoningen
verkleinwoord benedenwoninkje benedenwoninkjes

de benedenwoningv

  1. (bouwkunde) een appartement op de begane grond in een gebouw met meer woonlagen
    • Bij een bovenwoning moet je een trap op of de lift nemen om bij de woning te komen. Bij een benedenwoning is dat niet nodig. 
    • Een benedenwoning is voor mensen met een rolstoel meestal beter bereikbaar dan een bovenwoning.