benedenwoning
- be·ne·den·wo·ning
- samenstelling van beneden en woning
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | benedenwoning | benedenwoningen |
verkleinwoord | benedenwoninkje | benedenwoninkjes |
de benedenwoning v
- (bouwkunde) een appartement op de begane grond in een gebouw met meer woonlagen
- Bij een bovenwoning moet je een trap op of de lift nemen om bij de woning te komen. Bij een benedenwoning is dat niet nodig.
- Een benedenwoning is voor mensen met een rolstoel meestal beter bereikbaar dan een bovenwoning.
- Het woord benedenwoning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.