beleggingsrendement

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·leg·gings·ren·de·ment
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beleggingsrendement beleggingsrendementen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het beleggingsrendemento

  1. (financieel) behaalde winst uit een investering
     Een dekkingsgraad van 106,2 procent betekent dat tegenover elke 100 euro die ABP moet uitbetalen aan gepensioneerden 106,20 euro aan vermogen staat. Per maand kan de dekkingsgraad sterk schommelen door kleine veranderingen in de rentestand of het beleggingsrendement.[2]
     Een dekkingsgraad van 106,2 procent betekent dat tegenover elke 100 euro die ABP moet uitbetalen aan gepensioneerden 106,20 euro aan vermogen staat. Per maand kan de dekkingsgraad sterk schommelen door kleine veranderingen in de rentestand of het beleggingsrendement.[3]
     Maar niet het kabinet maar de pensioenfondsen gaan over de hoogte van de premie. En dat kan per pensioenfonds verschillen. Sommige fondsen hebben de premie hard nodig, andere fondsen beleggen met risico en kunnen de premie laag houden. Weer andere fondsen houden het liever veilig, maar halen een laag beleggingsrendement. Dan is er meer premie nodig.[4]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Pensioengeld en vermogen vooral belegd in het buitenland” (Donderdag 12 oktober 2017, 12:40), NOS
  3.   Weblink bron “Dekkingsgraad ABP boven norm” (Vrijdag 8 november 2013, 14:59), NOS
  4.   Weblink bron “Vraag & antwoord pensioendiscussie” (Dinsdag 8 oktober 2013, 10:45), NOS