beleggingscategorie

  • be·leg·gings·ca·te·go·rie
enkelvoud meervoud
naamwoord beleggingscategorie beleggingscategorieën
verkleinwoord

de beleggingscategoriev

  1. (economie) klasse van beleggingen
     Nederlandse fondsen hebben relatief weinig van hun vermogen belegd in aandelen. Het overgrote deel van het pensioenkapitaal zit in obligaties, een minder riskante beleggingscategorie.[1]
     Het grootste deel van het pensioenvermogen, 582 miljard euro, zit in 'vastrentende waarden', zoals staatsobligaties en hypothecaire leningen. Daarvan zit bijna een vijfde in Nederland. Aandelen zijn met 399 miljard de tweede grootste beleggingscategorie, maar in Nederlandse aandelenfondsen is maar voor 8,7 miljard euro belegd. In vastgoed stoppen pensioenfondsen 114 miljard euro, waarvan 25 miljard in Nederlands vastgoed.[2]


  1.   Weblink bron “Goede resultaten pensioenfondsen” (Zondag 31 juli 2011, 12:55), NOS
  2.   Weblink bron “Pensioengeld en vermogen vooral belegd in het buitenland” (Donderdag 12 oktober 2017, 12:40), NOS