belastingverordening

  • be·las·ting·ver·or·de·ning
enkelvoud meervoud
naamwoord belastingverordening belastingverordeningen
verkleinwoord - -

de belastingverordeningv

  1. (regering) bindende algemene regels voor verplichte bijdragen die inwoners aan de overheid moeten betalen
    1. (Nederland) door een provincie, gemeente of waterschap vastgesteld
     De belastingverordening van Bloemendaal is geldig.[1]
     Alle waterschappen hebben besloten gebruik te maken van de mogelijkheid ingezetenen met ingang van 1995 te gaan belasten. Verreweg de meeste belastingverordeningen, waarin dit is geregeld, zijn inmiddels door de provincies goedgekeurd.[2]
  1.   Weblink bron
    Aertjan Grotenhuis
    “fiscaliteit” (11 maart 2006) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron
    Flip de Kam
    “Een zinloze nieuwe belasting” (10 januari 1995) op nrc.nl