Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·las·ting·schijf
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord belastingschijf belastingschijven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de belastingschijfv / m

  1. een deel van het inkomen (dat tussen de onder- en bovengrens van de belastingschijf zit) waarover men een vast belastingtarief betaalt
    • Hoe de extra lastenverlichting voor iedereen precies vorm wordt gegeven, is nog niet definitief duidelijk. Waarschijnlijk door het tarief in de eerste belastingschijf te verlagen, maar het kan ook door de arbeidskorting te verhogen. [1] 
    • Verder wil Pechtold de tweede en vierde belastingschijf verlagen. 'De gezinnen die iets meer dan modaal verdienen, vormen de ruggengraat van de samenleving", aldus de D66-voorman zaterdag in De Telegraaf. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen