bekwaamheidsattest
- be·kwaam·heids·at·test
- samenstelling van bekwaamheid zn en attest zn met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bekwaamheidsattest | bekwaamheidsattesten |
verkleinwoord |
het bekwaamheidsattest o
- een officieel bewijs dat je iets kunt
- Rijschool Proficiat in Geel kan voorlopig geen bekwaamheidsattest afleveren aan cursisten.[1]
- Brussel Mobiliteit, dat medeverantwoordelijk is voor de opleiding van taxichauffeurs, maakt zich op voor een stortvloed aan negatieve stagerapporten. De afgelopen weken liepen heel wat getuigenissen binnen van stagiairs die geïntimideerd en bedreigd werden om petities te tekenen tegen het zogeheten taxiplan van de Brusselse regering. ‘Wie weigert, zou geen positief stageverslag krijgen, en dus ook geen bekwaamheidsattest om aan de slag te gaan’, zegt woordvoerster Inge Paemen.[2]
- Het woord 'bekwaamheidsattest' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.