beknorren
- be·knor·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beknorren |
beknorde |
beknord |
zwak -d | volledig |
beknorren
- overgankelijk iemand een standje geven
- Sommige mensen denken dat je anderen moet beknorren omdat ze anders een loopje met je gaan nemen.
1.
- Het woord beknorren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beknorren" herkend door:
65 % | van de Nederlanders; |
58 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be