• be·hulp·zaam·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord behulpzaamheid
verkleinwoord

de behulpzaamheidv

  1. het geneigd zijn om andere mensen te helpen
     .... dankzij de ingevulde evaluatieformulieren waaruit steevast blijkt dat de gasten juist vanwege haar behulpzaamheid en vriendelijkheid voor de tweede, derde, vierde, vijfde etc. keer hun intrek nemen in het Sherry-Netherland....[2]
     'Law and order' was een terugkerende passage in het betoog van Trump. Hij werd aangekondigd door zijn dochter Ivanka, die hem prees "om zijn behulpzaamheid". Nadat Trump zijn nominatie had geaccepteerd, scandeerde de zaal 'USA, USA'.[3]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Trump belooft aanhang om 'Amerika weer sterk en veilig te maken'” (22-07-2016), NOS