• be·hov
  • Afkomstig van het Middelnederduitse woord  behôf zn  met het voorvoegsel be-
Naar frequentie 2619
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   behov     behovet     behov     behovene
behova  
genitief   behovs     behovets     behovs     behovenes
behovas  

behov, o

  1. behoefte, benodigdheden
    «De mange henvendelsene vi har fått fra publikum viser at det er stort behov for et kafétilbud ved muséet.»
    De vele vragen die we van het publiek hebben ontvangen, tonen aan dat er in het museum een ​​grote behoefte is aan een caféaanbod.
  2. (handel) vraag
  • [1]: det er behov for
er is behoefte aan
  • [1]: etter behov
naar behoefte
  • [1]: ha behov for
behoefte hebben aan

behov

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van behov


  • be·hov
  • Afkomstig van het Middelnederduitse woord  behôf zn  met het voorvoegsel be-
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   behov     behovet     behov     behova  

behov, o

  1. behoefte, benodigdheden

behov

  1. genitief onbepaald onzijdig meervoud van behov