Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·groeid
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van begroeien: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellend
onverbogen begroeid
verbogen begroeide
partitief begroeids

Bijvoeglijk naamwoord

begroeid

  1. met gewas bezet
     Ik liep over rotsige bergen, begroeid met struiken en cactussen.[1]
Antoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van: begroeien…
verbogen vorm: begroeide

begroeid

  1. voltooid deelwoord van begroeien

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be