beginfragment
- be·gin·frag·ment
- samenstelling van begin en fragment
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beginfragment | beginfragmenten |
verkleinwoord | beginfragmentje | beginfragmentjes |
het beginfragment o
- beginstuk
- In de bloemlezing werden enkele beginfragmenten van romans geciteerd.
- Toen de zangeres een kort beginfragment van het beroemde lied zong, begon de hele zaal mee te zingen.
- Het woord 'beginfragment' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.