beenvisachtige
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: beenvisachtige (hulp, bestand)
- IPA: / ˈbemvɪsˌɑxtəɣə / (5 lettergrepen)
Woordafbreking
- been·vis·ach·ti·ge
Woordherkomst en -opbouw
- zn: terugvorming uit beenvisachtigen zn , op te vatten als afgeleid van beenvisachtig bn met het achtervoegsel -e
- bn: beenvisachtig bn met de uitgang -e
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beenvisachtige | beenvisachtigen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
- (dierkunde) benaming voor geschubde zeedieren behorend tot de superklasse Osteichthyes
- ▸ De riemvis is een fascinerende beenvisachtige die zelden of nooit levend wordt aangetroffen.[1]
Antoniemen
Hyperoniemen
Hyponiemen
Bijvoeglijk naamwoord
beenvisachtige
- verbogen vorm van de stellende trap van beenvisachtig
- ▸ Aangezien Entelognathus een placoderm is met een beenvisachtige grijns, schrijven ze, en haaien zo'n grijns niet hebben, passen haaien niet in die ontwikkeling. Ze kunnen dus niet aan de basis van de beenvissen hebben gestaan, maar ze hebben zich in een eerdere fase afgesplitst.[2]
Gangbaarheid
- Het woord 'beenvisachtige' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron jrosquin“Zeldzame reusachtige oervis op beeld vastgelegd” (10 juni 2013) op hbvl.be
- ↑ Weblink bron Joep Engels“Eerste vis met gezicht zet evolutie op de kop” (26 september 2013) op trouw.nl