beenkap
- been·kap
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beenkap | beenkappen |
verkleinwoord |
- stevige, beschermende bekleding van (de voorzijde van) het onderbeen
- Zo moesten we hier op de redactie drie keer kijken naar look nummer 11. Want, klopte het wat we zagen? Een mannelijk model met een kraag, handschoenen, beenkappen, hoge hakken en…een rood beschilderd bloot geslachtsdeel? [3]
1. stevige, beschermende bekleding van (de voorzijde van) het onderbeen
- Het woord beenkap staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "beenkap" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
73 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ beenkap op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf MICHOU BASU 04 jan. 2016 Kosters showt naakt geslachtsdeel op catwalk
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be