bedrijver
- be·drij·ver
- Naamwoord van handeling van bedrijven met het achtervoegsel -er[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijver | bedrijvers |
verkleinwoord |
de bedrijver m
- iemand die een bepaalde handeling uitvoert
- Het kan gebeuren dat een ”moedjtahid” (een bedrijver van ”idjtihâd”) op basis van een redenering een religieuze regel vaststelt. Na verloop van tijd verandert hij evenwel van inzicht. Laat hij dan, zo stelt Kamali, die regel alleen publiek terzijde stellen wanneer die slechts hemzelf betreft. Gaat zijn nieuwe visie ook anderen aan, dan behoort hij volgens de meerderheid van de ”oelemâ” (”schriftgeleerden”) zijn nieuwe mening voor zich te houden. Immers, wanneer wat eerst met gezag is uitgesproken ook zomaar herroepen kan worden, is de nieuwe visie per definitie evenzeer voor herziening vatbaar. Hier organiseer je onzekerheid en verlies aan geloofwaardigheid aan uitgevaardigde richtlijnen. [2]
- Een hooggeplaatste ambtenaar, misschien wel een bewindspersoon, die niet alleen de bedrijver van antisemitisme de les leest, maar mij als Jood dus ook gaat vertellen wat eigenlijk het beste voor mij is. De wijsheid van deze functionaris heeft mij opnieuw overtuigd. [3]
- Het woord bedrijver staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bedrijver" herkend door:
79 % | van de Nederlanders; |
79 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Reformatorisch Dagblad 13-03-2009 Mozaïek (slot)
- ↑ Reformatorisch Dagblad Rabbijn Lody B. van de Kamp 29-05-2019 Gebruik keppeltje niet als demonstratiemiddel
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be