Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·drijfs·ju·rist
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bedrijfsjurist bedrijfsjuristen
verkleinwoord bedrijfsjuristje bedrijfsjuristjes

Zelfstandig naamwoord

de bedrijfsjuristm

  1. (juridisch) (beroep) een specialist binnen het bedrijf die belast is met juridische zaken
    • De bedrijfsjurist heeft een contract opgesteld met de nieuwe leveringsvoorwaarden. 
Synoniemen

Meer informatie

Gangbaarheid