bedrijfsbezoek
- be·drijfs·be·zoek
- samenstelling van bedrijf en bezoek met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bedrijfsbezoek | bedrijfsbezoeken |
verkleinwoord | bedrijfsbezoekje | bedrijfsbezoekjes |
het bedrijfsbezoek o
- een visite bij of excursie naar een bedrijf bijvoorbeeld door de Belastingdienst of door een onderwijsinstelling
- De fabrieksdirekteur nodigde de leerlingen uit voor een bedrijfsbezoek.
- Het woord bedrijfsbezoek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.