• bed·lin·nen
enkelvoud meervoud
naamwoord bedlinnen
verkleinwoord

het bedlinneno

  1. lakens en slopen die op een bed liggen
    • De wasserijen reinigen onder meer bedlinnen en bedrijfskleding voor zorginstellingen.[1] 
    • Twee mannen ruimden maandag de woning in Manhattan op, wasten de ramen en zetten het vuil buiten. Echtgenote Anne Sinclair en haar dochter werden gezien in de hippe wijk Soho, waar ze handdoeken en bedlinnen insloegen.[2] 
97 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]