basstem
- bas·stem
- samenstelling van bas en stem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basstem | basstemmen |
verkleinwoord | basstemmetje | basstemmetjes |
- (muziek) een lage mannenstem
- Hij heeft een prachtige basstem.
- (muziek) de laagste stem in een stuk muziek van vier of meer stemmen
- In de renaissance werd er aan de voorheen gebruikelijke cantus, contratenor en tenor een vierde stem, de basstem toegevoegd.
- Het woord basstem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "basstem" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be