• bas·seng
  • Afkomstig uit het Frans

basseng o

  1. bassin (zwembassin)
  2. reservoir (waterreservoir)
  3. bassin, bekken (havenbekken)
  4. bassin, bekken (Amazonebekken)
  5. een afgesloten fjordarm
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   basseng     bassenget     basseng
bassenger  
  bassenga
bassengene  
genitief   bassengs     bassengets     bassengs
bassengers  
  bassengas
bassengenes  


  • bas·seng
  • Afkomstig uit het Frans

basseng o

  1. bassin (zwembassin)
  2. reservoir (waterreservoir)
  3. bassin, bekken (Hafenbecken)
  4. bassin, bekken (Amazonebekken)
  5. een afgesloten fjordarm
o enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   basseng     bassenget     basseng     bassenga  
genitief                        
o
bijvorm
enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief                     bassengi  
genitief