bananendoos
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bananendoos (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ba·na·nen·doos
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van banaan en doos met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bananendoos | bananendozen |
verkleinwoord | bananendoosje | bananendoosjes |
Zelfstandig naamwoord
de bananendoos m
- een doos waarin bananen zitten om vervoerd te kunnen worden
- Wie heeft ze niet gebruikt bij verhuizingen: bananendozen. Vijf miljoen komen er jaarlijks het land binnen. Maar de fruitimporteurs willen ervan af. Opvouwbare plastic kratjes zijn de toekomst.[1]
Synoniemen
Verwijzingen
- ↑ Volkskrant 8 juli 2015 Jeroen Trommelen
Gangbaarheid
- Het woord 'bananendoos' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.