Bananendoos
  • ba·na·nen·doos
enkelvoud meervoud
naamwoord bananendoos bananendozen
verkleinwoord bananendoosje bananendoosjes

de bananendoosv / m

  1. een doos waarin bananen zitten om vervoerd te kunnen worden
    • Wie heeft ze niet gebruikt bij verhuizingen: bananendozen. Vijf miljoen komen er jaarlijks het land binnen. Maar de fruitimporteurs willen ervan af. Opvouwbare plastic kratjes zijn de toekomst.[1] 
  1. Volkskrant 8 juli 2015 Jeroen Trommelen