• bal·se·men
  • afgeleid van balsem met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
balsemen
balsemde
gebalsemd
zwak -d volledig

balsemen

  1. overgankelijk het prepareren van een stoffelijk overschot om het tegen ontbinding te beschermen
    • Lenin werd gebalsemd en zijn lijk tentoongesteld voor het publiek. 
98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be