ballingschap

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bal·ling·schap
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ballingschap ballingschappen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de ballingschapv

  1. gedwongen verblijf elders dan waar men thuis is
    • Koninging Wilhelmina leidde een regering in ballingschap gedurende de bezetting. 
    • De ballingen leefden in ballingschap. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be