balein
- ba·lein
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘walvisbaard’ voor het eerst aangetroffen in 1778 [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | balein | baleinen |
verkleinwoord | baleintje | baleintjes |
- (kleding) versterkingsstaafje voor een korset of paraplu
- - De formele kroning van Vajiralongkorn volgt pas na de volledige rouwperiode, die een jaar duurt. De kroning zal plaatsvinden in een ceremonie met rituelen uit het boeddhisme en het brahmanisme. Dan krijgt hij onder meer een paraplu met negen baleinen, symbool van de koninklijke macht. Daarnaast is er een rituele wassing en krijgt de koning water van achttien verschillende plekken in Thailand.[4]
balein o
- (zoötomie) hoornachtige stof uit de walvisbek
- Zijn hoofd, als je dat tenminste een hoofd kon noemen, was een grote witte schelp, waaraan lange stekels zaten die leken op de baleinen van een walvis. [5]
- Het woord balein staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "balein" herkend door:
86 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[6] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "balein" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ balein op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Maarten Back 1 december 2016
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be