Nederlands

1. Jongeren in Russische klederdracht spelen in een balalaikaorkest.
Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·la·lai·ka·or·kest
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord balalaikaorkest balalaikaorkesten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het balalaikaorkesto

  1. (muziek) groep muzikanten met een soort driehoekige gitaar die meestal Russische volksmuziek speelt
     Volgens Hugo Ball (…) hadden de Russische bezoekers een heus balalaikaorkest opgericht, bestaande uit meer dan twintig man, dat tot de vaste gasten ging behoren.[1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Marco Entrop
    Dada, Donnerwetter! Nederlands ooggetuigenverslag vanuit Cabaret Voltaire in: De parelduiker., jrg. 15 nr. 3 (2010), Uitgeverij Bas Lubberhuizen, Amsterdam, ISBN 978 90 5937 244 3, p. 56 n. 24