bakfietsgezin
- bak·fiets·ge·zin
- samenstelling van bakfiets zn en gezin zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakfietsgezin | bakfietsgezinnen |
verkleinwoord | bakfietsgezinnetje | bakfietsgezinnetjes |
het bakfietsgezin o
- gezin waar men de kinderen in een bakfiets vervoert
- Het woord bakfietsgezin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.