bagagewagen
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bagagewagen (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ba·ga·ge·wa·gen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bagage en wagen
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bagagewagen | bagagewagens |
verkleinwoord | bagagewagentje | bagagewagentjes |
Zelfstandig naamwoord
de bagagewagen m
- een aanhangwagen voor het vervoer van bagage
- Op Schiphol komen veel bagagewagens voor.
Vertalingen
1. een aanhangwagen voor het vervoer van bagage
Gangbaarheid
- Het woord bagagewagen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.