Koffers en rugzakken op een lopende band naderen een bagagecarrousel in de luchthaven van Seoel.
  • ba·ga·ge·car·rou·sel
enkelvoud meervoud
naamwoord bagagecarrousel bagagecarrousels
verkleinwoord - -

bagagecarrousel mn

  1. rondgaande transportband met koffers en andere grote voorwerpen die passagiers willen meenemen als onderdeel van een systeem om die spullen op een ordelijke manier van of naar de daarvoor bestemde ruimte in een vliegtuig te brengen
     Alle cijfers, die betrekking hebben op terminal 4, zijn dan ook in overeenstemming daarmee. Zo bedroegen de bouwkosten ƒ 900 miljoen, zal de terminal jaarlijks acht miljoen passagiers kunnen verwerken (4.000 per uur), is de vertrekhal bijna één kilometer lang, heeft de aankomsthal de grootste bagagecarrousel ter wereld, enz., enz.[1]
     We stonden geduldig rond de bagagecarrousel, waarop de koffers en tassen, door een omvangrijk gat in het midden, uit de diepte werden neergevlijd, toen na de eerste drie, vier koffers, die aan hun rondgang langs de passagiers begonnen opeens een schoen uit het gat op de draaiende rubber flappen werd geworpen. Eén schoen, die eenzaam tussen de koffers meedraaide langs de verbaasde ogen van de passagiers, en die ik, toen hij mij passeerde, even in de hand heb genomen om hem voor mijn wetenschappelijke onderzoek naar „het wezen van de ene schoen” te determineren.[2]
  1.   Weblink bron
    Henri van der Zee
    Passagiers kunnen vrij rondlopen in nieuwe terminal : KLM krijgt ereplaats op Heathrow door in: De Telegraaf  , jrg. 93 nr. 30550 (22 maart 1986), Dagblad De Telegraaf, Amsterdam, p. 89 (TA 25) kol. 3
  2.   Weblink bron
    Nico Scheepmaker
    Trijfel : Carrousel in: Nieuwsblad van het Noorden  , jrg. 90 nr. 250 (25 oktober 1977), Nieuwenhuis, Groningen, p. 13 kol. 1