badzout
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bad·zout
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bad en zout [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | badzout | badzouten |
verkleinwoord | badzoutje | badzoutjes |
Zelfstandig naamwoord
het badzout o
- badproduct op basis van zout eventueel aangevuld met kruiden, kleurstoffen en aroma's
Gangbaarheid
- Het woord badzout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "badzout" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be