bacteriedrager
- bac·te·rie·dra·ger
- samenstelling van bacterie zn en drager zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bacteriedrager | bacteriedragers |
verkleinwoord |
de bacteriedrager m
- (medisch) persoon die besmet is met een bepaalde bacteriesoort zonder daar ziek van te zijn
- ▸ De patiënt is opgenomen in quarantaine. Ondanks voorzorgsmaatregelen duikt de MRSA-bacterie, die resistent is tegen anti-biotica, af en toe in ziekenhuizen op. Met name voor mensen met een verminderde weerstand of operatiepatiënten kan besmetting gevaar opleveren. Gezonde mensen kunnen bacteriedrager zijn zonder daar iets van te merken. Het ZGT neemt maatregelen om de bacterie te bestrijden.[1]
- Het woord 'bacteriedrager' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Ditta Op den Dries“MRSA ontdekt in ZGT Hengelo” (24-10-2008), Tubantia