• bac·te·rie·dra·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord bacteriedrager bacteriedragers
verkleinwoord

de bacteriedragerm

  1. (medisch) persoon die besmet is met een bepaalde bacteriesoort zonder daar ziek van te zijn
     De patiënt is opgenomen in quarantaine. Ondanks voorzorgsmaatregelen duikt de MRSA-bacterie, die resistent is tegen anti-biotica, af en toe in ziekenhuizen op. Met name voor mensen met een verminderde weerstand of operatiepatiënten kan besmetting gevaar opleveren. Gezonde mensen kunnen bacteriedrager zijn zonder daar iets van te merken. Het ZGT neemt maatregelen om de bacterie te bestrijden.[1]
  1.   Weblink bron
    Ditta Op den Dries
    “MRSA ontdekt in ZGT Hengelo” (24-10-2008), Tubantia