• ba·che·lors·di·plo·ma
enkelvoud meervoud
naamwoord bachelorsdiploma bachelorsdiploma's
verkleinwoord

het bachelorsdiplomao

  1. getuigschrift dat men ontvangt na het succesvol afronden van de bachelor-fase van een opleiding aan een instelling voor hoger onderwijs, de student mag dan de titel bachelor voeren
     De plannen sluiten aan bij die van de organisatie van universiteiten, VSNU. Ruim de helft van de studenten haalt in vier jaar een bachelorsdiploma. Afgesproken is dat dit in 2014 70 procent moet zijn, maar dan moet de selectie strenger worden, stelt de VSNU.[1]
     Bijna twee van de tien rondden de opleiding 'verpleegkunde' af op het vierde mbo-niveau en ruim een van de tien kreeg een bachelorsdiploma voor hbo verpleegkunde uitgereikt.[2]
  1.   Weblink bron “Zijlstra wil af van zesjescultuur” (30-06-2011), NOS
  2.   Weblink bron “Verpleegkundige blijft een echt vrouwenberoep” (11-01-17,), Tubantia