bachelordiploma
- ba·che·lor·di·plo·ma
- samenstelling van bachelor zn en diploma zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bachelordiploma | bachelordiploma's |
verkleinwoord |
het bachelordiploma o
- getuigschrift dat men ontvangt na het succesvol afronden van de bachelor-fase van een opleiding aan een instelling voor hoger onderwijs, de student mag dan de titel bachelor voeren
- ▸ 25 studenten konden vertrekken van de Universiteit Leiden omdat ze in 4 jaar hun bachelordiploma nog niet hadden. Niet oké, zegt minister Bussemaker vandaag in het Vragenuurtje in de Tweede Kamer.[1]
- ▸ De afgelopen jaren hebben universiteiten maatregelen genomen om studenten binnen de afgesproken tijd hun bachelordiploma te laten halen. Dat lukt nu bij 2/3 van de studenten.[2]
- Het woord bachelordiploma staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “"Leiden mag studenten niet naar huis sturen"” (10-09-2013), NOS
- ↑ Weblink bron “Studenten mogen verder voor hun master als ze hun bachelordiploma hebben gehaald” (07-06-2016), NOS